Jana (12) uit Syrië: ‘kinderen hebben het recht om te dromen’
Jana’s vader vindt het heel belangrijk dat zijn kinderen veilig zijn en onderwijs krijgen
Foto: Ralph Dargham
Geen herinnering aan Syrië
Zelf heeft Jana geen herinneringen meer aan haar thuisland. Ze was nog heel jong toen ze samen met haar familie Syrië ontvluchtte. Jana: “Ik weet er helemaal niets meer van, maar mijn ouders praten veel over ons vroegere leven in Syrië – en hoe fijn ons huis was.”
Over hun vlucht in 2011 vertelt Jana’s vader: “Ondanks de korte afstand was de reis naar Noord-Libanon erg zwaar. Er waren veel beschietingen en het was gevaarlijk om te reizen.” Jana’s jongere zusje Amal wordt bang van deze verhalen en heeft er soms nachtmerries over. Sindsdien praten ze vooral over de fijne tijd in Syrië.
Uitblinker op school
Hier in Libanon gaat Jana naar één van onze veilige plekken in het vluchtelingenkamp. Ze voelt er zich op haar gemak, met haar familie aan haar zij. Jana: “Ik hou van school. Vooral Franse taal vind ik leuk, ook al ben ik er niet erg goed in. Mijn juf, Iman, is heel lief en ik bewonder haar omdat ze mij helpt mijn lessen te begrijpen. Mijn favoriete vakken zijn wiskunde en Arabisch, omdat ik daarin uitblink. En ik hou van vreemde talen, vooral van Engels en Turks.”
Jana’s vader vindt het heel belangrijk dat zijn kinderen goed onderwijs krijgen. “Jana heeft een sterke wil, is heel leergierig en houdt enorm van lezen. Ik wil niets liever dan dat al mijn kinderen de kans krijgen hun school af te maken.”
In Libanon gaat Jana naar één van onze veilige plekken in het vluchtelingenkamp
Foto: Ralph Dargham
Samen huiswerk maken
Door de coronapandemie kreeg Jana een hele tijd online les. Dat vond ze een uitdaging, “maar het is veel beter dan helemaal geen onderwijs krijgen. Ik hoop dat War Child en juf Iman ons les blijven geven.” Thuis helpt Jana dagelijks haar zusje Amal met haar huiswerk.
Vroegers speelden de zusjes veel buiten, nu maar blijft ze vaker thuis. “Ook veel vrienden van school heb ik al een hele tijd niet kunnen zien.” Haar vader legt uit dat dit te maken heeft met de pandemie. “Het gebied waar wij wonen is veilig, maar we kennen buiten het kamp weinig mensen en hebben hier geen familie. Voor de kinderen is het frustrerend dat ze niet veel naar buiten kunnen. Gelukkig kunnen de kinderen weer fysiek naar school - dat scheelt veel.”
Vroegers speelden Jana en haar zusje veel buiten, maar nu blijven ze vaker thuis
Foto: Ralph Dargham
Het gebied waar Jana en Amal wonen is veilig, maar buiten het kamp kent de familie weinig mensen
Foto: Ralph Dargham
Dromen over de toekomst
Een paar jaar geleden ontdekte Jana haar passie voor breien. “Ik heb toen een tas gebreid! Mijn oma was een beetje boos, omdat ik haar sjaal had gebruikt,” zegt ze lachend. “Maar toen ze de tas zag die ik had gemaakt, vond ze ‘m heel mooi en vergaf ze me. Sindsdien houd ik van breien.”
Voor Jana betekent veiligheid een toekomst zonder gevaar - het liefst in een huis buiten het vluchtelingenkamp: “waar ik kan slapen in mijn eigen slaapkamer!” Haar allergrootste droom? “Dat mijn familie veilig en gelukkig is. En dat ik later dokter kan worden!”
Voor Jana betekent veiligheid een toekomst zonder gevaar - het liefst in een huis buiten het vluchtelingenkamp
Foto: Ralph Dargham
Elk kind verdient een veilige plek
Wereldwijd groeien 200 miljoen kinderen op in oorlog. Angst kan hen een leven lang achtervolgen - en generaties lang worden doorgegeven. Deze pijn kunnen wij nooit helemaal wegnemen. Wél kunnen we kinderen een veilige plek geven. Fysiek - en in hun hoofd. Met creatieve oefeningen en onderwijs leren we kinderen omgaan met hun angst, boosheid of stress. Zo zorgen we ervoor dat zij zich weer veilig voelen - en weer durven te dromen.
* De naam van Jana is voor haar eigen veiligheid gefingeerd.