Fatima (13) uit Syrië schrijft verhalen om haar angsten te overwinnen
Fatima uit Syrië: “Als ik mijn ogen dichtdoe hoor ik de schoten weer. Ik haat dat geluid. Ik word er bang van"
Foto: War Child
"Mijn ouders en juffen moedigen mij altijd aan om verhalen te schrijven. Zodat ik mijn angsten overwin,” vertelt Fatima
Foto: War Child
Herinneringen aan de oorlog
Fatima heeft het nooit met haar ouders over de oorlog in Syrië. “Soms hoor ik mijn ouders erover praten met familieleden en vrienden, maar meestal zorgen ze ervoor dat ik er niets van meekrijg. Dat is beter voor mij. Ik wil niet herinnerd worden aan de oorlog.” Fatima’s moeder vult aan: “We praten niet over de oorlog met de kinderen. Ze raken er gefrustreerd en verdrietig van, dus we vermijden het onderwerp.”
Geluiden vergeten
Soms kan Fatima niet ontsnappen aan de oorlog. “Als ze geweerschoten of andere luide knallen hoort, schrikt ze heel erg,” vertelt haar moeder. “Vaak slaapt ze die nacht slecht of plast ze in haar bed. Volgens de dokter heeft dit te maken met het psychologische trauma van de oorlog. Ik weet nog hoe we op straat moesten schuilen voor kogels. Fatima zei tegen mij: ‘Mama, kun je mijn hoofd beschermen? Ik wil geen kogel in mijn hoofd krijgen.’ Als mijn dochter bang is houd ik haar stevig vast. Ik weet niet hoe ik haar kan helpen de geluiden te vergeten.”
Psychosociale les van juf Sajida
Sinds een tijdje doet Fatima mee met de psychosociale sessies van juf Sajida van War Child. “Daar heb ik veel van geleerd, vooral over mezelf. Ik begon na te denken over mijn gevoelens en ik leerde hoe belangrijk mijn emoties zijn. Mijn angsten zijn niet verdwenen, maar ik ben er nu meer bewust van. In plaats van denken aan dingen waar ik bang voor ben, zoals harde geluiden en geweerschoten, probeer ik aan mooie dingen te denken. Ik probeer mij in te beelden dat we in een huis wonen en dat ik veel vriendjes heb. Mijn gedachten schrijf ik op en ik maak er verhalen van. Ik heb mijn schrijftalent ontdekt tijdens het project van War Child.”
Angsten overwinnen met een pen in haar hand
Het liefst schrijft Fatima de hele dag. Dan is ze het gelukkigst. Ze vertelt: “Ik gebruik mijn fantasie om verhalen te schrijven. Mijn ouders en juffen moedigen mij altijd aan om verhalen te schrijven. Om mijn angsten te overwinnen. En om stoom af te blazen. Meestal werkt het. Dan pak ik mijn pen en voel ik me met elk geschreven woord meer ontspannen.”
Fatima: "Mijn angsten zijn niet verdwenen, maar ik ben er nu meer bewust van. Van mijn gedachten maak ik verhalen"
Foto: War Child
"Mijn ouders en juffen moedigen mij altijd aan om verhalen te schrijven. Om mijn angsten te overwinnen," vertelt Fatima
Foto: War Child
Verhaal over Syrië
Soms schrijft Fatima over Syrië. “Dan vertel ik hoe kinderen vroeger – vóór de oorlog – veilig naar school gingen. Hoe ze hun dromen waarmaakten. Totdat de vijand ons land binnendrong en alles veranderde. Mijn verhalen beginnen vaak droevig, maar hebben altijd een gelukkig einde. Behalve mijn verhaal over Syrië. Daar kon ik mij geen gelukkig einde bij voorstellen.”
Trotse verhalenverteller
Als een pauw zo trots is Fatima op haar schrijftalent. “Ik vind het heel leuk om mijn verhalen te delen. Dan ben ik trots op mezelf. Het moedigt mij aan om meer te schrijven. Ik weet zeker dat ik later een succesvolle schrijven zal worden. Dat zeggen mama en mijn juf. Ik wil dat mijn vader en moeder trots op mij zijn als ik later groot ben.”
Fatima: " Ik weet zeker dat ik later een succesvolle schrijven zal worden. Ik wil dat mijn vader en moeder trots op mij zijn als ik later groot ben”
Foto: War Child
Oorlog is erfelijk
Fatima is één van de bijna 200 miljoen kinderen wereldwijd die opgroeien met oorlog en geweld. Ook al is zij nu veilig, ze draagt haar angsten en het oorlogstrauma van haar ouders dagelijks met zich mee.
Wij kunnen de pijn van oorlog nooit helemaal wegnemen. Wél kunnen we kinderen zoals Fatima steunen in de moeilijkste tijd van hun leven. Met psychosociale zorg, muziek, sport- en spelactiviteiten helpen we kinderen hun heftige oorlogservaringen te verwerken. Hierbij betrekken we ook hun ouders. Dat is van levensbelang. Zo voorkomen we dat hun oorlogswonden worden doorgegeven aan een nieuwe generatie.