Frédérique Spigt: "Ongewild geef je de oorlog toch door"
Machteloze woede
Frédérique’s moeder liep een kampsyndroom op in het Jappenkamp in Nederlands-Indië. De ontberingen, pijn en leed waren onbeschrijfelijk. Haar moeder was beschadigd. “Mijn moeder zat vol geheimen. Ze heeft haar kampverleden nooit goed kunnen verwerken," vertelt Frédérique. Dit had ook impact op het leven van Frédérique. De oorlog van haar moeder raakte alle kinderen uit het gezin.
Als pubermeisje was ze eenzaam, een buitenbeentje. Vol machteloze woede en een groot tekort aan aandacht. “Ongewild geef je het toch door. En daarom wilde ikzelf geen kinderen. Ik was te bang om steeds mijzelf te zien in mijn kind.”
Kunst als reddingsboei
Voor Frédérique bleek kunst haar redding te zijn. Het maken van iets. “Want in je eigen fantasiewereld ligt de rust en vrede”, zegt ze. Daarom vindt de kunstenares het ook zo belangrijk dat kinderen in oorlog nu de kans krijgen om zich te leren uiten.
230 miljoen kinderen groeien momenteel op in oorlog. War Child helpt hen bij het leren omgaan met hun vaak heftige ervaringen. “Kinderen hebben vrijheid nodig om te spelen, dansen en zingen. Echt hoor, het kan je redding zijn.”
Oorlog is erfelijk
Dat oorlog erfelijk is, weten ook Geert Mak, Arnon Grunberg, Eva Weyl, Blaudzun en Leila Prnjavorac als geen ander. Onder regie van documentairemaker Deborah van Dam, vertellen zij in persoonlijke interviews met journalist en filmmaker Natascha van Weezel over de blijvende blijvende impact van oorlog op hun leven om aandacht te vragen voor de bijna 200 miljoen kinderen die nú in oorlog opgroeien.
Kinderen zoals Seif. Met muziek, sport en spel helpen we hem zijn heftige oorlogservaringen te verwerken. “Mijn juf heeft mij geleerd dat het belangrijk is om te praten over mijn gevoelens. Ik vertel haar over hoe ik in mijn nachtmerries door een schaduw naar beneden word gesleurd. Erover praten helpt."