Ruth Neter-Fränkel: “ik dacht dat ik steeds weer naar een nieuwe familie gestuurd werd, omdat ik stout was"
Een jeugd in de schaduw van oorlog
Ruth was drieënhalf toen ze naar haar eerste onderduikadres in Laren werd gebracht. "Dat eerste jaar heb ik elke nacht, echt elke nacht, in bed geplast." Na een jaar werd ze naar de Kruispolder in Zeeland overgebracht. Ondanks de onzekerheid van haar situatie, vond Ruth kleine momenten van geluk bij haar onderduikgezinnen. "Mijn onderduikbroers lasten van oude stukken ijzer een fietsje bij elkaar voor mijn vjfde verjaardag. Ik voelde me net een prinses."
Uit diepe angst dat ze voor een derde keer "weggestuurd" zou worden, besloot Ruth om altijd lief te zijn en op alles ja te zeggen. "Dan zou ik veilig zijn. Voor een klein kind is dat misschien niet zo gek, maar voor een volwassen vrouw is dat pleasen funest."
De onzichtbare littekens
Na de oorlog keerde Ruth terug bij haar ouders, maar het leven was allesbehalve zorgeloos. "Ik was geen vrolijk kind toen ik eenmaal thuis was. Dat kon ook niet in een beklemmende atmosfeer waar mijn vader elke nacht schreeuwend uit een oorlogsnachtmerrie wakker werd."
Oorlog laat diepe sporen na, niet alleen bij de overlevenden, maar ook bij hun kinderen. "Omdat ik al vroeg besefte dat mijn leven door moedige mensen gered was, heb ik mijn kinderen ook bijgebracht dat ze kinderen die onrechtvaardig behandeld of gepest werden, moesten verdedigen, ook als dat niet populair was en het makkelijker was niets te doen. Ik sta daar nog steeds achter, maar begrijp nu, door feedback van mijn dochters, dat ik ze veel en veel te vroeg met deze verantwoordelijkheid opgezadeld heb."

Ruth: "Ik begreep niet waarom ik telkens weer weg moest. Niemand zegt tegen een klein kind: iemand wil je vermoorden, daarom verstoppen we je hier.”
Foto: Deborah van Dam
Een toekomst zonder trauma
De wetenschap dat oorlog van generatie op generatie wordt doorgegeven, maakt Ruths inzet voor War Child des te belangrijker. “War Child helpt kinderen hun oorlogsverleden verwerken door te spelen, tekenen, of muziek te maken. Zodat kinderen gewoon kind mogen zijn.”