Palestijns-Nederlandse presentator Kefah Allush: "ik wil geen monsters zien"
Ook de volwassenen waren bang
Kefah is zeven jaar als hij terug verhuist naar de Westelijke Jordaanoever. “Van het ene op het andere moment werd ik weggeplukt van mijn vriendjes, school en spulletjes in Vlaardingen, en kwam ik terecht op een andere planeet, waar soldaten met geweren iedereen angst aanjoegen.” Een jaar lang probeert het gezin weer te aarden in Nablus. “Ik herinner me vooral dat we nergens veilig waren. Overal klonken schoten. De volwassenen waren óók bang—dat doet iets fundamenteels met je, als kind."
Als achtjarige vlucht Kefah voor de tweede keer naar Nederland. "De keuze tussen een plek waar de familie thuis is maar gevaar loopt, en een veilige plek ver weg, was voor mijn moeder helder." Hij groeit op in Vlaardingen, wordt journalist en reist voor programma's als ‘Van Nablus naar Ninevé’ en ‘Oases’ naar het Midden-Oosten, waar hij conflicten van dichtbij ziet.

Kefah: “Ik herinner me vooral dat we nergens veilig waren. De volwassenen waren óók bang—dat doet iets fundamenteels met je, als kind."
Foto: Deborah van Dam
Waarom War Child?
“Ik heb één jaar op beperkte wijze meegemaakt wat conflict met je doet als kind, en de diepe sporen die het nalaat. Hoe moet het wel niet zijn voor de kinderen in Gaza, Congo, en Oekraïne?” Kefah ziet War Child als een essentiële organisatie in het doorbreken van de destructieve spiraal van geweld. “Wat War Child doet, is iets wat we allemaal zouden moeten doen: kinderen beschermen tegen de gevolgen van iets waar zij geen schuld aan hebben.” Kinderen horen te spelen, niet te vechten tegen de spoken van hun ouders, benadrukt hij.