Boudewijn de Groot: "Door de oorlog is bij mij als kind de boel op slot gegaan"
Een stille kracht
Boudewijn de Groot herinnert zich nog het schip waarmee hij in 1946 op tweejarige leeftijd samen met zijn broer, zus en vader naar Nederland terugvaart. "Mijn herinneringen aan het Jappenkamp zijn vaag. Ik voel ze, maar ik kan ze niet in beeld brengen. Een soort stille kracht. Terug naar Indië wil ik nooit. Ik koester mijn vage herinneringen; ik ben bang dat als ik terugkeer, dat alles anders is. Dat het Indië dat ik mij voorstel domweg niet bestaat."
Eenmaal in Nederland wordt Boudewijn van zijn broer en zus gescheiden. "Mijn vader kon niet in zijn eentje voor ons zorgen. Hij was er geestelijk niet aan toe. Dus werden wij ondergebracht bij verschillende gezinnen en ging hij terug naar Java, met name om zijn tropenpensioen vol te maken. Ik was twee toen ik bij tante Alie ging wonen. Ik wist niet beter dan dat zij mijn moeder was. Ik had geen idee dat mijn andere, echte moeder er niet meer was."
Weer opnieuw beginnen
Als Boudewijn acht jaar is, hertrouwt zijn vader in Nederland en verhuist hij met zijn zus en broer naar Heemstede. 'Weer een nieuw gezin en weer een nieuwe moeder. Ik liet het gewoon gebeuren en paste mij aan. Ik was heel gedwee, heel gezagsgetrouw. Maar het was onwennig. Ik voelde me leeg en miste de warmte van mijn vorige gezin."
Boudewijns vader was een stille man, in zichzelf gekeerd: "Hij nam geen deel aan het gezin. Hij sloot zich vaak af. Dat was mijn vader. Hij deed niks met ons. Geen liefde, geen warmte, zelfs geen interesse. Hij gaf nooit antwoord op onze vragen over vroeger, ook niet over mijn moeder. Hij leefde voor zichzelf. Of dat kwam door de dood van mijn moeder weet ik niet. Op foto's van vóór de oorlog lijkt mijn vader een totaal andere man, dus daar moet de oorzaak liggen, waarom hij zo enorm tekort schoot als vader. Als ik aan hem denk, voel ik een mengeling van verwijt en verdriet."
Hanneke Groenteman spreekt Boudewijn en Caya voor het drieluik 'Laat oorlog geen generaties duren' bij de EO op NPO 2
Foto: War Child, EO
Boudewijn laat een foto van zijn moeder zien die is overleden in een Jappenkamp op Java in 1945
Foto: War Child, EO
De ongekende band met mijn moeder
Door de jaren heen wordt Boudewijns gemis van zijn moeder steeds sterker. Hij gaat steeds meer over haar en zijn oorlogsverleden schrijven en zingen. "Als je iemand mist die je gekend hebt, is er een fysieke leegte. Voor mijn moeder is het een ander soort leegte - een leegte die nog opgevuld kan worden met je eigen ideeën en fantasieën over hoe het had kunnen zijn." Boudewijns eerste lied over zijn moeder staat binnen tien minuten op papier. "Toen ik het lied zong, was het niet meer alleen een tekst, maar een verhaal met diepe emotie. De emotie over iemand die heel nauw met mij verbonden was. Iemand waar ik een enorme band mee had, maar die ik nooit gekend heb."
'Volgend jaar komt alles goed'
Hij kijkt nog vaak naar foto's van zijn moeder. Eén van de laatste tastbare dingen die hij van mijn moeder heeft, is een babyboekje. "Op mijn zus' verjaardag in 1944 schreef ze: 'Volgende verjaardag zijn we weer vrij. Dat is dan 1945 en dan zul je een fijne dag krijgen met veel taart, dat beloof ik je.' Het emotioneert me... De wetenschap dat ze er dat volgende jaar niet meer is, maar haar kinderen belooft dat alles goed komt... Ja dat vind ik echt waanzinnig."
Een oorlogserfenis doorgeven
Op Hannekes vraag wat hij heeft geërfd van de oorlog, antwoordt Boudewijn: "Als kind is bij mij de boel op slot gegaan. En naarmate je ouder wordt, ga je er langzaam naar kijken. Ik heb moeite mij te binden, echte vrienden te maken. Als er iets gebeurt dat mij niet bevalt, laat ik mensen gemakkelijk vallen." Hij vervolgt: "Ik was als vader niet zo best. Twee keer heb ik het gezin verlaten en daarmee was voor mij op dat moment ook de band weg."
Boudewijns dochter Caya vertelt: "Voor mij is het heel pijnlijk geweest dat mijn vader moeite heeft zich te binden. En ik geloof dat het voor hem een zegen is geweest. Het is zo'n groot iets, je moeder verliezen. Je anker, je veilige plek op aarde. Als je moeder doodgaat in een oorlog dan wordt de bodem onder je voeten weggeslagen terwijl je leven nog moet beginnen. En als je een paar jaar later wordt weggehaald bij je nieuwe moeder, hoe ga je daar in godsnaam mee om!? Mijn vader paste zich aan en beschermde daarmee zichzelf. Fantastisch, maar ook eindeloos pijnlijk."
Grote impact
Caya vervolgt: "Ik gun mijn vader de veiligheid te kennen van een moeder die je vastpakt en je knuffelt. Hij heeft geleerd om te vertrouwen op zijn verstand. In zijn verschrikkelijk gevoelige teksten en muziek komt zijn diepere gevoel naar boven, maar dat kan hij naar mensen toe moeilijk uiten." Dat onvermogen heeft grote impact gehad op Caya's leven. "Ik ben heel onzeker geweest, omdat ik het gevoel had dat mijn vader niet van mij hield. En als kind denk je dan dat er wel iets heel erg mis met je moet zijn."
Lange tijd denkt Caya dat ze geen gevoel heeft. "Ik huilde nergens om, nooit. Tot ik op een gegeven moment paniekaanvallen kreeg, ging ik piekeren en hyperventileren. Een uiting van niet voelen, zo legde de psycholoog het uit." Na de therapie komt er een compassie voor haar vader los: "Die boosheid was in één keer weg. Ik kon gewoon heel veel van hem houden en met hem meevoelen over wat hij gemist en niet geleerd heeft. Toen ik een keer zei: 'Geef me nou gewoon eens een knuffel', reageerde hij met: 'dat heb ik nooit geleerd.' Nu kan hij gelukkig wel knuffelen."
Boudewijn de Groot en dochter Caya vertellen hoe Boudewijns oorlogsverleden hun levens heeft beïnvloed
Foto: Laura de Mildt
Trauma's stoppen
Boudewijn: "Ik weet uit eigen ervaring dat kinderen flexibel zijn en een grote veerkracht hebben. Kinderen lijken niet kapot te zijn, zij kunnen spelen tussen het oorlogsgeweld door. Maar er gaat wel degelijk iets kapot. Hun traumatische ervaringen komen vaak pas veel later naar boven. Het is zo belangrijk dat kinderen met muziek, dans, beweging en theater de kans krijgen emoties te voelen en een plek te geven - en geen muur om zich heen bouwen," zegt hij. "Ik hoop dat War Child's programma's kinderen helpen het leed te doorstaan, verzachten en veranderen in een hoopvolle toekomst.
Caya vult aan: "Ik doe mee aan deze campagne omdat het zó belangrijk is om oorlogstrauma's te stoppen, zodat ze niet worden doorgegeven aan kinderen. War Child zou mijn vader als kind hebben kunnen helpen. Zij zouden hem bij de hand hebben kunnen nemen en zijn gevoel hebben erkend. Dat zou hem de ruimte hebben gegeven om zich veilig te voelen in de wereld. Dankzij War Child-programma's krijgen kinderen de kans om te zingen, dansen, schrijven of praten. Die mooie ervaringen kan dat kind - als hij of zij volwassenen is - doorgeven aan een nieuwe generatie, in plaats van oorlogstrauma's."
Laat oorlog geen generaties duren
In de aanloop naar Bevrijdingsdag staan we in Nederland stil bij de impact van oorlog op jong en oud, door alle generaties heen. Want als je een oorlog hebt meegemaakt, draag je dat je hele leven met je mee. Of dat nu de Tweede Wereldoorlog is, zoals Boudewijn de Groot en Debby Petters moeder, de oorlog in Afghanistan, zoals Kamela Hamidy - of de oorlog in Syrië, zoals Nadine (11). Met de juiste hulp kunnen wij voorkomen dat oorlog van generatie op generatie wordt doorgegeven. Jouw steun is daarbij hard nodig.